Specialist in mondgezondheid
Tandarts Maarheeze-Medisch Centrum

Tandkleur


« Terug naar het overzicht

Verkleurt een tand of kies na een wortelkanaalbehandeling?

Een tand of kies verkleurt meestal niet na een wortelkanaalbehandeling. Als er toch enige verkleuring ontstaat, kan uw tandarts die meestal verhelpen. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Vraag uw tandarts om advies.

Wat is een facing?

U wilt mooie witte tanden? Of wilt u verlost worden van een spleetje tussen uw tanden? Of wilt u een afgebroken tand laten repareren? Met behulp van een zogenoemde facing kan de tandarts het uiterlijk van uw gebit verfraaien.

Een facing is een laagje tandkleurig vulmateriaal van composiet of een schildje van porselein. De tandarts plakt het vulmateriaal op de tand. Zo kan hij de vorm of de kleur van een tand veranderen. Ook kan hij spleetjes tussen tanden opvullen, afgebroken hoekjes repareren, gele of bruine tanden weer wit maken en scheve tanden maskeren.

Hoe ziet slijtage door tanderosie eruit?

De eerste tekenen zijn over het algemeen alleen voor de professional zichtbaar. Het oppervlak van de tanden of kiezen kan heel glad worden. De vorm kan veranderen. En de tanden kunnen een wat geliger kleur krijgen. Meestal merk je zelf slijtage door tanderosie pas op in een gevorderd stadium, als het uiterlijk van de tanden verandert. De voortanden worden bijvoorbeeld korter, dunner en doorschijnender of krijgen rafelige randen. Soms is er sprake van pijnklachten, bijvoorbeeld bij het eten en drinken van koude of zuren voedingsmiddelen.
Vaak is het tandglazuur dan geheel verdwenen en ligt het tandbeen bloot. Erosie tast de vullingen in tanden en kiezen niet aan. Hierdoorkunnen de vullingen boven het tandoppervlak gaan uitsteken

Heeft erosie ook invloed op de kleur van mijn gebit?

Als de glazuurlaag slijt, zie je het tandbeen door het glazuur heen. Tandbeen heeft een lichtgele kleur. Daardoor zien de tanden er donkerder uit.

Het maken van de overkappingsprothese

Afdrukken maken

De prothese kan door een tandarts worden aangemeten; het kan echter ook zijn dat een tandprotheticus dat doet. Een tandprotheticus is van oorsprong een tandtechnicus die gespecialiseerd is in het behandelen van patiënten met een kunstgebit.

Een afdruk van uw kaak wordt gemaakt met behulp van een afdruklepel, gevuld met een speciaal afdrukmateriaal. In het tandtechnisch laboratorium wordt die afdruk met gips gevuld. Hierdoor ontstaat een gipsmodel, waarop de prothese kan worden gemaakt. Soms is een tweede afdruk nodig. Dan wordt op het gipsmodel een goed passende afdruklepel van kunsthars gemaakt. Met deze lepel wordt opnieuw een afdruk gemaakt om een nóg nauwkeuriger gipsmodel te krijgen. Hierop wordt uw overkappingsprothese gemaakt.

Contact tussen boven- en onderkaak
Tijdens een volgend bezoek bepaalt de tandarts de stand van uw boven- en onderkaak ten opzichte van elkaar. Hij bepaalt hoe de kunsttanden en -kiezen in de boven- en onderprothese contact met elkaar moeten gaan maken, zodat u goed met uw overkappingsprothese kunt kauwen.

Kleur, stand en vorm van de kunsttanden
Bent u tevreden over de kleur, de vorm en de stand van uw eigen tanden? Of misschien juist niet? Informeer uw behandelaar hierover vóórdat de overkappingsprothese wordt gemaakt. Uw behandelaar kan u hierin natuurlijk ook advies geven. Hij zal proberen zoveel mogelijk met uw wensen rekening te houden.

De laatste fase
Vóórdat de tandarts uw kunstgebit in uw mond kan plaatsen, moet hij nog twee dingen doen. Eerst slijpt hij de tanden en kiezen, die als pijlers voor de overkappingsprothese gaan fungeren, tot net boven het tandvlees af. Alleen de wortel van zo’n tand of kies blijft dus over. Het voorbehandelde wortelkanaal sluit hij af met een vulling. Dan trekt uw tandarts de overige gebitselementen die in uw mond zijn blijven staan. Direct daarop aansluitend plaatst hij de overkappingsprothese. U hoeft dus niet bang te zijn dat u enige tijd zonder tanden zult rondlopen.

U krijgt een compleet stel nieuwe kunsttanden en -kiezen over de wortels en de verse wonden van de getrokken tanden. Dat vindt u misschien een vreemd idee, maar dit heeft een groot voordeel. De overkappingsprothese zit in het begin namelijk als een soort verband op de wonden. Uw tandarts zal vervolgens met u een afspraak maken na één of twee dagen. Hij zal uw mond controleren en de eventuele klachten verhelpen.

De kleur van uw tanden

De kleur van tanden en kiezen is bij iedereen verschillend. De een heeft wittere tanden dan de ander. Sommigen hebben gele, anderen bruine of grijze tanden. Ook in één mond hebben tanden en kiezen niet allemaal dezelfde kleur en wijken soms duidelijk van elkaar af.

Tanden en kiezen zijn opgebouwd uit tandbeen en glazuur. De kleur en de dikte van het tandbeen zijn vooral bepalend voor de kleur. Het glazuur van tanden en kiezen is nagenoeg doorzichtig, maar geeft een witte gloed aan de tanden. Hoektanden hebben een dikkere laag tandbeen dan de overige tanden en zijn daarom vaak geler. Je tanden worden donkerder naarmate je ouder wordt. De vorming van tandbeen gaat namelijk altijd door. De glazuurlaag wordt juist dunner door slijtage.

In uitzonderlijke gevallen kunnen ziekten of medicijnen, tijdens de vormingsfase, verkleuringen geven.

Witte tanden, ook voor mij?

Laat de tandarts of mondhygiënist eerst je gebit beoordelen. Die moet vaststellen dat je tanden gezond en vrij van gaatjes zijn en je vullingen in orde. Daarna bekijkt hij de kleur van je tanden. Is er sprake van verkleuring? Wat is de oorzaak ervan? Heb je veel vullingen, kronen of bruggen in je mond? Is aanslag de oorzaak van de verkleuring? Is het resultaat dat je voor ogen hebt realistisch? Bleken is niet altijd de enige of beste oplossing. Vullingen, kronen en bruggen kleuren niet mee en kunnen na het bleken op een storende manier zichtbaar worden. Je mondzorgverlener zal adviseren of bleken voor jou zinvol is en wat het resultaat zal zijn.


« Terug naar het overzicht